« Naar het overzicht

VC Felco Gavere - Waremme B


Wedstrijdverslag van de bekerwestrijd Heren VC Felco Gavere - Waremme B (12/9/2021)

Begin
De geëngageerde hoofdmeester in het dorp op 1 september voor kinderen in het eerste leerjaar: ‘Voor jullie allemaal zal het begin moeilijk zijn. Maar als je je best doet en volhoudt komen jullie er wel’. Hij zegt het om de moed erin te houden, want hij weet ook wel dat er in deze klas een groep leerlingen zit die het ontbreekt aan voldoende intellectueel vermogen. De omvang van deze groep leerlingen is weliswaar afhankelijk van de klassensfeer.
Een jaar geleden alweer trad een geheel nieuw eerste mannenteam van Felco Gavere aan. Trainer /coach David Termote, een oude rot, kan beschikken over vooral redelijk onervaren spelers, plus Stef Engels, net papa die al in het gouden team van het jaar ervoor bleek zijn man te kunnen staan. Alle jong van leeftijd, op een (over)rijpe middenman na.

Corona verpestte een heel volleybaljaar. In slechts een enkele match konden de jongeren aan het niveau van eerste nationale snuiven. Voor hen dus wel een erg moeilijk begin. De fantastische groepssfeer heeft ervoor gezorgd dat iedereen desondanks het hele coronaseizoen is blijven droogzwemmen.
Dit najaar laat het volleybal Corona voor wat het is. Een competitieprogramma kan afgedrukt worden. Zoals traditioneel gebruikelijk is wordt de conditie opgevoerd, fanatiek getraind en oefenmatchen gespeeld, opstellingen uitgeprobeerd. David heeft dan al de beschikking gekregen over Theo, die het niet kan laten weer zijn oude club op te zoeken. Middenspeler. David blij, want twee op die positie (nvr. Ward Neyrinck en Jorik van Dorpe) zitten vooralsnog in de fysieke lappenmand.
Het startschot klinkt op afgelopen zondag om 18.00 uur in de thuisarena, sportzaal en de Carinekantine als Siamese tweeling, te Asper. Voor een bekermatch tegen VBC Waremme. Een ploeg spelend op hetzelfde niveau, maar dan in de andere reeks.
Alles als vanouds. Stevig strekken en fanatiek inspelen met hoog decibelgeluid uit de boxen. Formaliteiten. De tel-PC opstarten. De teams voorstelling aan het publiek. De twee tribunetjes toch redelijk bevolkt. Met nieuw volk ook, liefjes.
Opvallend weinig gestalte. Bij Waremme op een reus van ruim twee meter na, bij Gavere de rijpe middenvelder. De tijd dat in het volleybal van dit niveau alleen waaibomen het konden maken lijkt voorbij? Breekt er een periode van kabouteroverheersing aan? Moet hier al wel gezegd, dat Waremme over wel erg jonge spelers beschikt, die mogelijk nog een groeispurt kunnen inzetten. Goed eten, drinken en slapen. Geen alcohol. Na afloop in de IRIS kan de bijna zekere conclusie getrokken worden dat bij de Gaverejongeren gestalteverlenging er niet meer inzit.

Mijn zeer geïnteresseerde buurvrouw vraagt naar namen. ‘Wie is die opa, die lange speler?’ Ja, die is me er eentje. Ik moet het antwoord schuldig blijven (nvr. Philippe Vansteenkiste). Een van mijn handicaps is het niet kunnen onthouden van namen. Excuseer ook lezers.
Na het fluitsignaal glipt de eerste set langzaam maar zeker door de Felcovingers. Er zijn wel degelijk fraaie en goed afgewerkte rally’s. Waremme komt daar echter meer aan toe. Het grote verschil is het corrigerend vermogen na minder accurate recepties en verdedigend werk. Vooral de passeur van de bezoekers levert puik werk. Een ander verschil is de veel grotere opslagdruk door de mannen van ver weg. Daarover later meer. 17 – 25.

De Gaverehoofdjes blijven fier overeind, de moed erin. Een verslag van set twee is snel gemaakt: een ietwat slechtere kopie van de eerste. De score doet het niet vermoeden, maar mooie acties van Gavere blijken schaarser. Ballen komen moeilijker bij de passeur, die onmogelijk de middenmannen nog kan bereiken, doorzichtig en krampachtig de aanvallers bedient met te lage passes waar het Waremmeblok gemakkelijk raad mee weet. Daar waar de bezoekerspasseur ook geen risico nam om zijn middenreus aan te spelen, maar wel met een beachtechniek goed gecamoufleerd zijn aanvalsmakkers op maat kan bedienen. Waarom Stef niet meters hoger achter de drie bediend? 18 – 25.
Set drie openbaart hoop voor de toekomst. Het oplossend vermogen van Gavere stijgt. De middenaanval wordt geregeld weer bediend, zodat Waremme slechts een enkel blok kan plaatsen. Gavere trekt ineens vaker een dubbele blokmuur op. Leest het spel beter, ervaren Theo en Stef zelfs goed. De bal blijft langer in het spel. Er is vertrouwen. De libero van de bezoekers helpt wat handjes, want voor zijn rol onbegrijpelijk, verwerkt hij als zwakste de receptie. Bovenhands, en bijna geen enkele ruim en nauwkeurig bij zijn passeur. Met 12 – 10 neemt Gavere de lead. Tot 17 – 17 gaat het gelijk op. Spannend. Dan kan Waremme uitlopen, door vooral hun klasseopslagen. Gavere toont veerkracht, blijft grip op het spel houden, kent geen angst. Het dwingt de bezoekers tot het uiterste te gaan. En dat doen ze ook. Lijkt ook met wat geluk. 23 – 25.
Jammer, want nog een setje zou welkom zijn geweest zijn.

‘Een goed begin is het halve werk’ zegt het spreekwoord. Deze bekermatch lijkt een goed begin van de komende competitie. Wetende dat Waremme naar verwachting een stevige middenmoter zal blijken. En als onder half werk verstaan wordt te groeien, en het doel van dit seizoen om niet te degraderen halen. Mentaal is dat een zeer zware maar uitdagende opdracht. Want veel verlies moeten incasseren. Met de primasfeer in de ploeg kan na dit terechte bekerverlies de klus geklaard worden.
Tip en geschiedenis. Tot het jaar 1965 was de zogenaamde molenwiekopslag in zwang, en de recepties – meestal in hurkzit – bovenhands genomen. De kunst bestond erin zo hard op te slaan dat de vingers van de tegenstanders minstens een week moesten herstellen van de pijn. In het genoemde jaar introduceert Japan de floater. En wordt er direct wereldkampioen mee. Begrijpelijk, want probeer maar in een vaste hurkzit die zwevende ballen te pakken. Moet erbij worden gezegd dat technische zuiverheid toen een must was. De hele volleybalwereld ging aan het floateren en als verdedigingswapen de onderhandse receptie hanteren. Je zou het in deze tijden niet zeggen, maar lange mannen zijn hier in het voordeel. Langere armen ook, gemakkelijker parallel te brengen en met een grotere reach. De huidige libero’s zijn hier in het nadeel! Want meestal kleiner van gestalte, breder geschouderd, armen onder een grotere hoek en een kleiner terrein bestrijkend. Ze moeten het van hun explosieve verdedigende kracht tijdens de rally’s hebben. Als compensatie. Daarom lijkt het lang niet altijd verstandig per definitie steeds de middenman te vervangen. Aan de top zijn de libero’s weliswaar geen twee meter, maar flink aan de lengtemaat.
Een paar jaar geleden nog maar is daar de hype van de moderne variant van de molenwiekopslag: de sprongopslag. In vergelijking met de floateropslag is de molenwiek – en de sprongopslag receptioneel veel gemakkelijker te verwerken. Want een rechte baan. Gewoon je handjes eronder steken. Tenzij die sprongopslag iets van 100 kilometer of meer per uur haalt, zodat reactietijd te gering wordt. Zelfs in het topvolleybal bereiken maar weinig spelers die vereiste snelheid. Van die opslag ook nog eens op zwakke receptionisten van de tegenstanders plaatsen is al nauwelijks sprake. Komt daar nog bij dat het aantal fouten, en daarmee rechtstreekse punten voor de tegenpartij, relatief hoog zijn. Zo deed een koppige sprongvolhouder van Gavere maar liefst 10 % van de thuisploegpunten cadeau.

In bijna alle gevallen is de moderne variant van de floater, de sprongfloater, veel effectiever. Die komt erg snel, vlak en hoog – ‘koppensneller’- (met als antwoord de bovenhandse receptie daar technisch veel meer is toegestaan), en kan ermee zwakker verdedigers van de tegenstanders geviseerd worden. Zo had een regen aan sprongfloaters op de libero van Waremme wellicht een setwinst opgeleverd. Het is maar een tip van een oude man. Jullie zijn wijs genoeg om de waarde daarvan in te schatten? Bezint eer ge begint.

Punt.NL
(nvr. met dank aan Peter Voorend)